Het inspireren, kiezen en lezen, de eerste stappen uit de leescyclus, heb je met de leerlingen doorlopen. Daarna is het belangrijk dat ze hun leeservaring verdiepen. Verhalen krijgen meer waarde als je er gezamenlijk over praat of als de leerling reflecteert op de leeservaring.u00a0
De verwerking van de leeservaring is gericht op het vergroten van het leesplezier en de literaire competentie. Zo creu00eber je een opwaartse leesspiraal. Dit kan op verschillende manieren en hoeft niet altijd even uitgebreid. Soms is een kort gesprek over een leeservaring al genoeg.
Door te praten over de boeken en fragmenten die leerlingen (gezamenlijk) hebben gelezen, wisselen ze ervaring en kennis uit. Ze ontdekken hoe anderen iets interpreteren, denken samen na over de betekenis van een gebeurtenis in het verhaal of raken na het lezen van een fragment nieuwsgierig naar de rest.
Bij het praten over boeken is het belangrijk dat je niet gaat overhoren. Voer een open gesprek. Wat sprak ze aan? Wat begrepen ze niet goed? Wat vinden ze van de hoofdpersoon? Denken ze hier allemaal hetzelfde over? Begrijpen ze waarom personages op een bepaalde manier handelen? Hoe komt dat? Etc.
Het bespreken van gelezen boeken kun je individueel of klassikaal doen, maar je kunt er ook voor kiezen om leerlingen in groepjes te laten praten over boeken, zodat ze een boekenclub vormen.
Je kunt leerlingen ook individueel met de leeservaring aan de slag laten gaan door middel van verdiepende en creatieve opdrachten. Ook hier wil je de leerling niet overhoren, maar juist laten nadenken over het verhaal. Net als bij het kiezen van boeken is het belangrijk dat er uit verschillende opdrachten gekozen kan worden. Dit zorgt voor een grotere intrinsieke motivatie, waardoor de leerling gemotiveerder aan de slag gaat dan wanneer er maar u00e9u00e9n keuze is.u00a0
Zoek je opdrachten bij jeugdboeken? Op Lezenslessen.nl staat een ruim aanbod lesmaterialen bij specifieke titels. De opdrachten zijn belevend van aard en laten leerlingen nadenken over hun leeservaring en wat het boek ze persoonlijk heeft gebracht. Per boek zijn er minimaal drie opdrachten waar de leerling uit kan kiezen en iedere opdracht bevat een niveauaanduiding, leerdoel en beoordelingsmatrix. Motiveer je leerlingen een opdracht te kiezen die ze uitdaagt, zodat ze zich blijven ontwikkelen.
Door leerlingen op een verdiepende wijze met hun leeservaring aan de slag te laten gaan, vormen ze een eigen mening over het boek, leren ze hun leesvoorkeuren beter kennen en maken ze persoonlijke groei door.
Overweeg ook een auteur uit te nodigen in de klas, dit kan via de Schrijverscentrale. Ze gaan met leerlingen in gesprek over hun werkzaamheden en boeken of geven ze creatieve opdrachten. Zou2019n auteursbezoek maakt indruk en kan veel teweeg brengen bij leerlingen.
Iris Kamp, Janneke de Jong-Slagman en Peter van Duijvenboden (2019). Jeugdliteratuur en didactiek. Handboek voor vo en mbo. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
Aidan Chambers (2012). Leespraat. De leesomgeving. Vertel eens. Leidschendam: NBD Biblion.